Helse Heenreis - Deleted Scene

< Terug naar Helse Heenreis (in de bundel Wonderland)>

Heb je genoten van Helse Heenreis uit de kerstbundel Wonderland? Ben jij stiekem ook wel nieuwsgierig wat er door het hoofd ging van zijn moeder? Hoe die reageerde op het feit dat Killian eigenlijk niet meer wil leven? Oorspronkelijk was er nog een extra hoofdstuk bij dit verhaal; hoofdstuk 11, vanuit het perspectief van Killians moeder. Aangezien ik al ruim over het maximaal aantal woorden zat en omdat dit het enige hoofdstuk was vanuit haar perspectief, is in overleg met de uitgever besloten om deze scene eruit te halen. Nu kunnen jullie dit hoofdstuk alsnog lezen. Veel leesplezier!

11
Helse kerstmorgen
- Joke -

Mijn God. Mijn kop bonsde toen ik mijn ogen opendeed. Het voelde alsof er vannacht een grasmaaier overheen gereden was. Ik had weer gefaald gisteren. Het was me weer niet gelukt om nuchter te blijven.
  Maar wie hield ik nu voor de gek? Het lukte me toch nooit om nuchter te blijven?
  Goede God, dat hoofd was echt verschrikkelijk. Waarom deed ik mezelf dit steeds aan? Vandaag zou het wel lukken. Vandaag moest het wel lukken. Vandaag zou ik nuchter blijven.
  Ik vroeg me af wat er gisteren gebeurd was. Mijn herinneringen waren in nevelen gehuld. Er was maar één manier om erachter te komen hoe de avond was verlopen, maar daar zag ik tegenop. Ik voelde me schuldig. Eén blik op Killian zou alles zeggen. Eén blik van hem was genoeg om me te laten weten of ik me goed of slecht had gedragen.
  Maar ik kon natuurlijk ook nog even wachten. Ik draaide me op mijn andere zij. Het bed kraakte. Ik staarde naar een knalrode muur. Knalrode muur? Dit was helemaal mijn eigen kamer niet! Waar was ik in Godsnaam? En hoe kwam ik hier?
  Even vroeg ik me in paniek af of ik met mijn dronken hoofd met een wildvreemde man naar huis was gegaan. Dat mijn dronkenschap een dieptepunt bereikt had waarvan ik had gedacht dat ik hem nooit zou bereiken. Lieve hemel, zelfs als echtgenote had ik gefaald!
  Maar toen herkende ik de plant in de hoek en het schilderijtje aan de muur. Opgelucht ademde ik uit. Mijn schoonmoeder. Ik was bij mijn schoonmoeder.
  Terwijl de opluchting een beetje wegebde, krapte ik aan mijn kin. Mijn schoonmoeder? Wat deed ik nu weer in een bed bij mijn schoonmoeder? Hoe was ik hier beland? Een lichte paniek beving me. Ik kon maar één reden verzinnen waarom ik op kerstavond buiten de deur was gegaan: Killian.
  Ik gooide de dekens van me af. Ik was ineens klaarwakker. Moeizaam hees ik mezelf overeind. Mijn hoofd bonsde pijnlijk, maar dat kon me niets schelen. Ik moest naar beneden. Ik moest iemand spreken. Er was vast iets ergs gebeurd met Killian. Dat kon gewoon niet anders!
  Terwijl ik ging staan, viel me op dat ik mijn wijnrode kerstjurk nog droeg. Het satijn was aan alle kanten gekreukt. Op dit moment was ik alleen maar blij dat ik al kleding aan had. Nu kon ik sneller naar beneden.
  Ik haastte me de trap af. Mijn voeten maakten een sloffend geluid op de treden.
  Er kwamen ontbijtgeluiden uit de keuken en het zachte gemurmel van gedempte stemmen. Killian! Ik bedacht me geen seconde en liep erop af.
  Mijn schoonmoeder stond bij het gasfornuis, bij de fluitketel, en bij het aanrecht stond… Ik ademde verslagen uit. Het was niet Killian, maar een onbekend meisje dat zich naar me toedraaide. Verrast knipperde ik met mijn ogen. Ik wist zeker dat ik haar nog nooit eerder had gezien.
  Het meisje had lang, roodbruin haar dat aan de onderkant groen was. Een modegril? Of was er iets misgegaan met verven? Het matchte in ieder geval wel met de lange, groene jurk die ze droeg. Een gebreid vestje dat ik herkende als van mijn schoonmoeder maakte het af.
  ‘Wie ben jij?’ wist ik uiteindelijk uit te brengen. Mijn blik flitste naar mijn schoonmoeder. ‘En waar is Killian?’
  ‘Wie ik ben?’ Haar stem klonk als het geluid van een handvol kerstbelletjes. De toon van haar stem trok mijn aandacht. Het meisje staarde me verrast aan. Ik kromp in elkaar onder haar onderzoekende blik. Schijnbaar hadden we al kennis gemaakt, maar kon ik me er weer eens niets van herinneren. Beschaamd staarde ik naar mijn voeten.
  ‘Ik ben San,’ stelde ze zichzelf voor. ‘Killian heeft me gisteren op het strand gevonden. Ik ben mijn geheugen kwijt.’
  Ik keek op bij het horen van zijn naam. ‘Waar is Killian?’ vroeg ik. Ik probeerde het gevoel te onderdrukken dat er iets helemaal mis was.
‘Ga eerst even zitten, Joke,’ zei mijn schoonmoeder.
Mijn hart schoot in mijn keel. Als iemand zoiets tegen je zei, was het helemaal mis. Ik balde mijn vuisten. ‘Waar is hij? Waar is mijn zoon?’
Ik zag hoe mijn schoonmoeder moeizaam slikte. ‘Je kunt je niets meer herinneren van gisteravond?’ vroeg ze nogal retorisch.
Ik schudde mijn hoofd, terwijl een blos over mijn wangen schoot. Ik verwenste mezelf. Ik moest stoppen met drinken. Vandaag geen druppel meer. Vandaag moest ik nuchter blijven.
Mijn schoonmoeder zuchtte en ging zelf op een stoel zitten. Als verdoofd schoof ik op de stoel tegenover haar. ‘Zeg alsjeblieft dat hij nog leeft,’ smeekte ik. ‘Waar is hij?’
Ze pakte mijn hand vast, nog steeds in stilte. Dat maakte alles nog erger. ‘WAAR IS HIJ?’ brulde ik.
‘Rustig maar, hij leeft nog,’ zei mijn schoonmoeder uiteindelijk. Maar de blik in haar ogen stelde me geenszins gerust.
‘Waar is hij?’ vroeg ik met kracht.
‘Hij leeft nog,’ herhaalde ze, ‘maar het had niet veel gescheeld.’
‘O God.’ Wat was er gebeurd? Waarom kon ik me niets herinneren? Wat had ik gedaan? Tranen welden op in mijn ogen en ik werd verteerd door spijt. Was ik te ver gegaan deze keer? Had de drank me iets laten doen wat ik niet wilde? Wat ik niet meende? Wat ik helemaal niet voelde? De drank, mijn grootste vriend, mijn grootste vijand?
‘Hij wilde gisteren zelfmoord plegen, Joke,’ zei mijn schoonmoeder ernstig. ‘Gelukkig kwam er iets tussen.’ Ze knikte naar San, die nog steeds bij het aanrecht stond. ‘Maar het had niet veel gescheeld, of je was hem kwijt geweest.’
Zelfmoord.
Zelf.
Moord.
Haar woorden hakten in mijn ziel.
Mijn kind wilde zichzelf vermoorden.
Mijn schouders schokten, een zacht gekerm ontsnapte aan mijn lippen, terwijl mijn oogleden overstroomden.
Mijn kind wilde dood.
En dat was mijn schuld.
Wauw, nu was het plaatje goed compleet. Ik kon op geen enkele manier nog mislukter worden dan ik nu al was. Een mislukte echtgenote. Een mislukte werknemer. Een mislukte moeder.
Mijn kind wilde dood.
God, ik hoopte dat mijn schoonmoeder wijn in huis had. Dit nieuws kon ik niet nuchter aan. Zo wilde ik me niet voelen. Ik wilde helemaal niets voelen.
Wijn. Of port. Of voor mijn part bier. Of als het moest zelfs advocaat. Ze zou toch wel iets in huis hebben? Zoekend keek ik om me heen. Ik stond op, liep naar de koelkast. Volgens mij dronk mijn schoonmoeder af en toe wel eens een glas witte wijn. Misschien had ik geluk. Misschien stond er nog een geopende fles in de deur.
‘Wat ben je aan het doen?’ Mijn schoonmoeder liep op me af.
‘Moet even wat drinken,’ zei ik vaag.
‘Ik heb koffie gezet,’ zei ze en wees naar het aanrecht.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Dat is nu niet genoeg. Ik heb…’
‘SERIEUS?!’ Ze kwam voor me staan, haar handen in haar zij. Als een vuurspuwende draak keek ze me aan. ‘Zelfs nu? Zelfs nu snap je het niet? Nog steeds niet?’
Ik liet mijn hoofd zakken, bedekte mijn gezicht met mijn handen. Ze had gelijk. Ze had zo gelijk! Maar ik kon het niet. Ik was zwak. Een slappeling.
‘Dit gaat zo niet langer, Joke,’ zei mijn schoonmoeder en ze streek met haar vingertoppen over mijn hand. ‘Eerst richtte je alleen jezelf te gronde, maar op dit moment sleur je Killian mee.’
Haar woorden trokken me terug naar het heden.
Mijn kind wilde dood.
‘Je moet van de drank af. En hij heeft iemand nodig die voor hem zorgt.’ Ze haalde diep adem. ‘En laten we allebei even heel eerlijk zijn: dat kun jij momenteel niet doen.’
Mijn keel kneep zich dicht. Wat wilde ze daarmee zeggen? Wilde ze hem uit huis laten plaatsen? Wilde ze jeugdzorg inschakelen? WILDE ZE MIJN KIND AFPAKKEN? Mijn ademhaling ging als een razende tekeer en ik opende mijn mond om te schreeuwen dat dat nooit zou gebeuren.
‘Ik wil je graag iets voorstellen,’ ging ze verder.
Ik slikte mijn woorden in, probeerde rustig te blijven. Ik moest aan Killian denken. Aan wat voor hem het beste zou zijn, want…
Mijn kind wilde dood.
‘Ik denk dat het een goed idee is als Killian voorlopig even bij mij komt wonen,’ zei mijn schoonmoeder serieus, ‘zodat jij ruimte hebt om aan jezelf te werken. En als je echt beter wilt worden, als je écht beter wilt worden, denk ik dat het tijd wordt om aan jezelf toe te geven dat je dat niet alleen gaat lukken. Dat de enige manier waarop jij beter gaat worden is als je even een tijdje opgenomen wordt.’
Als je even een tijdje opgenomen wordt…
Ik zag mezelf zitten in een klein wit kamertje met slechts ruimte voor een bed. Met de deur op slot en een bakje pillen op het nachtkastje.
‘Als je het niet voor jezelf wilt doen, doe het dan voor mijn zoon,’ zei mijn schoonmoeder zacht. ‘En doe het voor je eigen kind.’
Mijn kind.
Mijn kind wilde dood.
‘Ik denk dat het een goed voorstel is,’ zei ik zacht.
En ik brak in duizend stukjes.

<Terug naar Helse Heenreis (in de bundel Wonderland)>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten